Onderwijsinnovatie begint vaak in de klas

Vandaag, woensdag 5 november 2025,  werd bekend dat een coöperatie van scholen een eigen uitgeverij opricht. Het doel: meer grip krijgen op de inhoud van lesmateriaal en zorgen voor een duurzamere en betaalbare productie van schoolboeken. Zie dit nieuwsartikel.

Het idee dat onderwijzers zelf lesmateriaal samenstellen is allesbehalve nieuw. In de 19e eeuw was dit voor scholen vanzelfsprekend. Commerciële lesboeken waren vaak duur en niet overal beschikbaar, waardoor docenten hun toevlucht namen tot eigen creativiteit en middelen om hun leerlingen te onderwijzen.

Sinds 1848 is de vrijheid van onderwijs verankerd in de Grondwet. Dit gaf ruimte aan het bijzonder onderwijs, dat tot 1917 geen overheidssteun ontving. Scholen en docenten waren daardoor vaak aangewezen op hun eigen vindingrijkheid om leermiddelen te ontwikkelen. Het Nationaal Onderwijsmuseum bewaart talloze voorbeelden van inventieve materialen, die door onderwijzers zelf zijn ontworpen.

Een bekend voorbeeld is de oerversie van het leesplankje aap noot mies, dat voortkwam uit een experiment met zijn leerlingen door de Friese onderwijzer M.B. Hoogeveen. In het schooljaar 1891-1892 zocht hij naar een manier om zijn leerlingen sneller en beter te leren lezen. Veel van zijn Friese leerlingen hadden grote moeite met het aanvankelijk leesonderwijs. Luisteren en kijken waren van cruciaal belang, zo ontdekte hij. Hoogeveen toonde zijn leerlingen alledaagse voorwerpen (een zak meel, een roos, een pop), die ze klassikaal moesten uitspreken. Daarna oefende hij de losse klinkers en medeklinkers. Tijdens dit leesexperiment toverde meester Hoogeveen zijn klaslokaal om tot een museum: een tentoonstellingsruimte gevuld met alledaagse voorwerpen die de leerlingen van thuis kenden. De woorden met uu, aa en oe moesten de leerlingen hardop benoemen, ‘waarbij de oogjes altijd de tentoonstelling onderzochten,’ aldus Hoogeveen. Zo ontstond in 1891-1892 de eerste klassikale leesplank.

Ook de houten rekenhand van Sarah Heijmans uit 1929, waarmee kinderen op een aanschouwelijke manier konden leren tellen, getuigt van deze creatieve traditie. Zulke leermiddelen werden breed omarmd binnen het onderwijs, en goede ideeën vonden regelmatig hun weg naar commerciële uitgeverijen.

De oprichting van een eigen uitgeverij door scholen is dus niet alleen een oplossing voor hedendaagse uitdagingen, maar ook een herwaardering van de zeggenschap en creativiteit van de docent. Het verleden laat zien dat onderwijsinnovatie vaak begint in de klas, bij de mensen die het dichtst bij de leerling staan.