Een coronastage, daar is toch niets aan?

'Het is vrijdag 28 februari 2020, ergens rond een uur of negen. Samen met mijn vriendinnen zit ik aan een lange tafel in een restaurant in Parijs. Ik praat luid tegen de vriendin die tegenover mij zit want het is er erg rumoerig. We eten pizza’s, pasta’s en burgers en proosten op onze laatste avond van de studiereis. We hebben die week allerlei musea en bijzondere plekken in Parijs bezocht, maar vooral ontzettend veel plezier gehad.

Ik weet niet wie het als eerste ziet, maar terwijl iedereen druk aan het praten is kijkt een van ons op van haar telefoon en vertelt dat de eerste corona-patiënt in Nederland is opgedoken. Het wordt stil aan tafel. Gelukkig verslappen onze serieuze gezichten snel en lachen we onze zorgen weg. Het zal toch wel meevallen?

Als Cultureel-erfgoed student aan de Reinwardt Academie zit ik niet elke dag in de collegebanken. We bezoeken met enige regelmaat musea in binnen- en buitenland om onze vers-opgedane kennis in praktijk te zien of brengen. Met mijn opleiding tot erfgoedprofessional word ik voorbereid voor een breed scala aan functies in musea, archieven, galeries, bibliotheken of andere erfgoedinstellingen.

Om mij heen stellen mensen elkaar wel eens de vraag of we afgelopen jaar niet beter hadden kunnen overslaan. Ik denk van niet. Afgelopen jaar heeft mij vele belangrijke dingen geleerd. Behalve tijd om bij te komen van een mooi, maar ook zeer stressvol eerste halfjaar van mijn studie, heb ik ook meer tijd voor de dingen waar ik anders nooit aan toe kwam. Ik ben gaan hardlopen, startte met yoga (als tegenhanger van 10 uur staren naar mijn scherm), ontwikkelde een grote liefde voor boodschappen doen (wat voelt als real-life Pac-man) en er was tussen de online colleges door ineens tijd voor het bakken van boterkoek of bananencake (zie ook: Bakken met Josephine!).

Corona heeft mij laten inzien dat een mooi leven in de kleine dingen zit. Met het vooruitzicht van morgen, een nieuwe dag, blijf ik de moed erin houden. Zo ook met mijn corona-stage. Ik kan u hopelijk geruststellen als ik zeg dat ik de tijd van mijn leven heb. Wellicht klinkt het wat ironisch als u dit zo leest, maar neem het maar van mij aan: het is echt zo. Een stage die veelal online plaatsvindt vraagt om veel zelfstandigheid en verantwoordelijkheid; vaardigheden die ik het afgelopen jaar veel heb kunnen trainen aangezien mijn studie geheel online plaatsvindt. Met dank aan Stefan, educator in het Nationaal Onderwijsmuseum en tevens mijn stagebegeleider, gaat er geen dag voorbij waarop ik mij hoef te vervelen. Ten opzichte van mijn online studie ben ik er zelfs op vooruit gegaan omdat ik af en toe ‘op locatie’ mag komen werken. Na een jaar thuis gezeten te hebben is dat een verademing.

Laten we met z’n allen vooruit blijven kijken naar morgen. Of het nu is naar het doen van boodschappen of je sollicitatiegesprek naar de functie van directeur van het Rijksmuseum.'