Schoolsparen en geldbesef

In onze tijd, waarin contactloos betalen de norm is, wordt geld voornamelijk uitgedrukt door getallen op een beeldscherm. Het aangaan van schulden lijkt eerder regel dan uitzondering. Geen wonder dat schoolsparen als iets ouderwets wordt gezien. Toch heeft het onderwerp niets aan actualiteit ingeboet. Integendeel: de vraag hoe kinderen leren omgaan met geld raakt direct aan de maatschappelijke zorgen van vandaag. Opgroeien in een wereld van constante verleiding door reclames en ingewikkelde geldzaken, vraagt inzicht in de waarde van geld, impulscontrole en verantwoordelijkheidsgevoel. Met andere woorden: geldbesef.

Het thema schoolsparen kent een lange traditie. De Maatschappij tot nut van 't Algemeen begon er in het midden van de negentiende eeuw al mee. Sparen, een bedrag opzij leggen voor later, komt ook in negentiende eeuwse onderwijsverslagen terug. Het spreekwoordelijke appeltje voor de dorst werd gezien als een deugd, een vaardigheid die jongeren moesten worden bijgebracht. Niet door abstracte uitleg of rekenkundige berekeningen alleen, maar door concrete ervaring. Sparen leer je niet door er in de reken of taalles over te praten. Sparen is ook niet te toetsen. Sparen moest je gewaarworden: de leerling moest het doen, voelen, bij voorkeur wekelijks. Hoe ging dat in zijn werk?

Lees het in het artikel van Jacques Dane en Juultje Slotema uit Didactief of download de pdf hier.

Het Nationaal Onderwijsmuseum ontwikkelde een interactief educatief programma rondom dit thema. In 'voor hetzelfde geld' ontdekken leerlingen spelenderwijs wat geld waard is en welke invloed armoeden kan hebben op het dagelijks leven.