Pasen 2020

De Bijbelse schoolplaten van Mate Mink-Born (1882-1969)

In de stille week stond – en staat – op protestants-christelijke en rooms-katholieke scholen het paasfeest op het lesrooster. De Bijbel gaf aan welke geschiedenissen er werden verteld. Op maandag hoorden de leerlingen hoe de Heere Jezus hardhandig de goddeloze handelaren uit de tempel verjoeg (Lucas 19, 45-48). Op dinsdag richtte Jezus zijn toorn op schijnheilige, huichelachtige Farizeeërs (Mattheüs 23, 2-3). Op woensdag besprak Judas Iskariot, een van de twaalf apostelen, met de hogepriesters en de Schriftgeleerden hoe hij de Messias aan hen zou kunnen uitleveren. Voor zijn verraad ontving de afvallige apostel bloedgeld: dertig zilverlingen. Op donderdag, Witte Donderdag, het Laatste Avondmaal. Op vrijdag, Goede Vrijdag, de kruisiging op Golgotha.

De Bijbel aanschouwelijk gemaakt

Voor de meisjes en de jongens in het lager onderwijs waren deze verhalen ingewikkeld. De negentiende-eeuwse pedagoog Jan Geluk benadrukte dit probleem in zijn Woordenboek voor opvoeding en onderwijs (1882):

“Men kan toch met de Bijbelsche geschiedenissen niets anders bedoelen dan door de voorstelling van zekere levensbetrekkingen en zedelijke handelingen het zedelijk en godsdienstig gevoel der kinderen op te wekken en te vormen, en de duistere voorstellingen, die het kind op zedelijk en godsdienstig terrein heeft, tot heldere zielebeelden te maken. Dat kan echter onmogelijk geschieden door de Bijbelsche verhalen, die het kind in vreemde landen, in geheel andere maatschappelijke vormen, gewoonten en zeden verplaatsen, waardoor van een werkelijk verstaan geen sprake zijn kan. Zij zullen óf de verhalen gedachteloos opnemen, of ze worden tot geheel verkeerde voorstellingen verleid.”

Want wat moesten kinderen zich voorstellen bij de Heere Jezus? Hoe zag hij er uit? Wat voor kleding droeg hij? Waar woonde hij? De antwoorden op deze en nog veel meer vragen werden ondersteund door Bijbelse schoolplaten. De verhalen uit de Bijbel werden volgens een beproefd pedagogisch procedé “aanschouwelijk” gemaakt.

In de collectie van het Nationaal Onderwijsmuseum zijn 29 negentiende- en twintigste-eeuwse series schoolplaten voor het Bijbels onderwijs opgenomen. Deze series waren vaak zeer omvangrijk: de grote en belangrijke verhalen uit het Oude en het Nieuwe testament komen stuk voor stuk aan bod. Opvallend is dat de series niet allemaal uit Nederland komen: op Nederlandse scholen werden ook Belgische, Spaanse, Duitse, Franse en zelfs schoolplaten uit de Verenigde Staten gebruikt. De internationale handel in Bijbelse leermiddelen is opvallend: via religieuze organisaties van protestantse en katholieke signatuur werden de schoolplaten als handelswaar aangeboden.

Zeer geschikt voor schoolgebruik

In de collectie van het Onderwijsmuseum bevindt zich een opvallende Duitse serie, die tussen 1928-1932 vervaardigd is door Mate Mink-Born, een Duitse kunstenares die in de stijl van Art Deco schilderde: rijke kleuren, geometrische figuren, strenge verticale lijnen. Opvallend is dat het werk van Mate Mink-Born gekocht werd door zowel protestants-christelijke als rooms-katholieke scholen.

In Ons Eigen Blad (1931) – een tijdschrift voor “onderwijsgevende kloosterlingen” – was de recensent enthousiast: “De platen zijn goed, verschillende zelfs zeer goed van tekening. Ze zitten fris in de kleur, maken een levendige indruk, zijn over het algemeen groot gehouden, sober in detail en sprekend van lijn, allemaal eigenschappen die de platen zeer geschikt maken voor schoolgebruik.” De distributeur was de katholieke school- en kinderboekenuitgeverij Malmberg in ’s-Hertogenbosch.

Opvallend is dat de protestants-christelijke Uitgeverij Neerbosch in 1932 aankondigde dat zij in Nederland het “alleenrecht” had van verkoop aan protestantse dagscholen en zondagsscholen. Een bespreking in het blad Het Oosten  (20 februari 1932) is lovend: “De schilderes heeft zich tot doel gesteld de aandacht der kinderen in de allereerste plaats op de voorstelling zelf te concentreeren, zonder door bijkomstigheden hen af te leiden; de platen zijn aldus streng en sober gehouden.” De Duitse uitgever van Mink-Born spon garen bij deze contracten: twee Nederlandse uitgeverijen verkochten haar werk.

Kunst voor het kinderoog

Tijdens de stille week voor Pasen vertelden juffen en meesters op veel protestants-christelijke en rooms-katholieke scholen elke dag bij een andere schoolplaat van Mate Mink-Born de verhalen over de Heere Jezus. De schoolplaten in de collectie van het Onderwijsmuseum hebben tal van gebruikerssporen: butsen, scheurtjes, verkleuringen, vochtschade. Dit zijn aanwijzingen dat deze platen intensief gebruikt zijn.

-----

Verder lezen over Bijbelse schoolplaten en andere leermiddelen

[1] Jacques Dane (2018). ‘The Biblical School Wallcharts in the Collection of the National Museum of Education, The Netherlands, 1850-1950’. In: Stefanie Kollmann, Lars Müller, Sabine Reh, Jacques Dane, Tijs van Ruiten (ed.). Picture archives and the emergence of visual history of education. ISCHE 40 pre-conference workshop. 3rd workshop "Pictura Paedagogica Online: educational knowledge in images". Berlin: BBF 2018, blz. 13-20. Online publicatie: https://www.pedocs.de/frontdoor.php?source_opus=15814

[2] Jacques Dane (2003). ‘”Goed, Fraai en Goedkoop.” De zondagsschool en de verbeelding van Gods woord (1880-1940).’ In: Arie L. Molendijk. Materieel Christendom. Religie en materiële cultuur in West-Europa. Hilversum: Verloren, blz. 129-145.

------

Jezus door Pilatus veroordeeld
Toen nam Pilatus dan Jezus, en geselde Hem. En de krijgsknechten, een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd, en wierpen Hem een purperen kleed om. En zeiden: Wees gegroet, Gij Koning der Joden! En zij gaven Hem kinnebakslagen. Pilatus dan kwam wederom uit, en zeide tot hen: Ziet, ik breng Hem tot ulieden uit, opdat gij wetet, dat ik in Hem geen schuld vinde. Jezus dan kwam uit, dragende de doornenkroon, en het purperen kleed. En Pilatus zeide tot hen: Ziet, de Mens! Als Hem dan de overpriesters en de dienaars zagen, riepen zij, zeggende: Kruis Hem, kruis Hem; Pilatus zeide tot hen: Neemt gijlieden Hem en kruist Hem; want ik vind in Hem geen schuld. De Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet, en naar onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelven Gods Zoon gemaakt. Toen Pilatus dan dit woord hoorde, werd hij meer bevreesd. En ging wederom in het rechthuis, en zeide tot Jezus: Van waar zijt Gij? Maar Jezus gaf hem geen antwoord. Pilatus dan zeide tot Hem: Spreekt Gij tot mij niet? Weet Gij niet, dat ik macht heb U te kruisigen, en macht heb U los te laten? Jezus antwoordde: Gij zoudt geen macht hebben tegen Mij, indien het u niet van boven gegeven ware; daarom die Mij aan u heeft overgeleverd, heeft groter zonde. Van toen af zocht Pilatus Hem los te laten; maar de Joden riepen, zeggende: Indien gij Dezen loslaat, zo zijt gij des keizers vriend niet; een iegelijk, die zichzelven koning maakt, wederspreekt den keizer. Als Pilatus dan dit woord hoorde, bracht hij Jezus uit, en zat neder op den rechterstoel, in de plaats, genaamd Lithostrotos, en in het Hebreeuws Gabbatha. En het was de voorbereiding van het pascha, en omtrent de zesde ure; en hij zeide tot de Joden: Ziet, uw Koning! Maar zij riepen: Neem weg, neem weg, kruis Hem! Pilatus zeide tot hen: Zal ik uw Koning kruisigen? De overpriesters antwoordden: Wij hebben geen koning, dan den keizer. Toen gaf hij Hem dan hun over, opdat Hij gekruist zou worden. En zij namen Jezus, en leidden Hem weg. En Hij, dragende Zijn kruis, ging uit naar de plaats, genaamd Hoofdschedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Golgotha. Alwaar zij Hem kruisten, en met Hem twee anderen, aan elke zijde een, en Jezus in het midden. En Pilatus schreef ook een opschrift, en zette dat op het kruis; en er was geschreven: JEZUS, DE NAZARENER, DE KONING DER JODEN.  
Johannes 19 (Statenvertaling)