Staat van het onderwijs (3)

Op woensdag 14 april biedt de inspecteur-generaal van de Inspectie voor het Onderwijs de 'Staat van het Onderwijs 2021' aan ministers Van Engelshoven en Slob aan. Deze bijeenkomst vindt plaats in het Nationaal Onderwijsmuseum. U kunt de bijeenkomst online via livestream volgen

In aanloop tot deze bijeenkomst besteden wij in vijf korte artikelen aandacht aan de geschiedenis van de Inspectie voor het Onderwijs. Vandaag deel 3.

De onderwijsinspectie over alcoholmisbruik (begin 20ste eeuw)

Drankmisbruik was een groot maatschappelijk probleem – en dat is het nog steeds. Ook aan het begin van de twintigste eeuw werd de schoolgaande jeugd gewaarschuwd voor de schadelijke gevolgen van drank. Beschonken vaders – en soms ook moeders – veroorzaakten veel gezinsleed. En de kinderen aapten het ouderlijk gedrag na.

In het schooljaar 1911-1912 meldde een inspecteur uit het district Breda dat het onderwijsniveau op sommige scholen zeer te wensen overliet. In zijn ogen waren de oorzaken klip en klaar: veel schoolverzuim, te grote klassen en de ‘achterlijkheid’ van de bevolking. Over het laatste noteerde hij dat schoolkinderen sterke drank gebruikten en rookten (eveneens een maatschappelijke kwestie met een lange geschiedenis). In de ogen van een andere inspecteur was het overigens opvallend dat de meeste onderwijzers slechts met mate alcohol dronken of zelfs van de ‘blauwe knoop’ waren. Onder deze beroepsgroep kwam drankmisbruik zelden voor, “terwijl het getal van hen die tot de onthouders behooren, meer en meer toenemend is”.

Dat het probleem serieus en wijdverbreid was, staat onder meer in het onderwijsverslag over 1908-1909. Een inspecteur hamerde erop dat onderwijzers hun leerlingen niet alleen op “verderfelijke drinkgewoonten” moesten wijzen, maar dat ze ook rekening dienden te houden met het inplannen van vakanties. Vrij van school rond kermistijd was zeer ongewenst: “Elk gehucht heeft zijn eigen kermis, waar de jeugd het slechte voorbeeld van ouderen voor oogen heeft.”

In de decennia rond 1900 was het verantwoord leren omgaan met drank een onderwerp dat hoog op de onderwijsagenda stond. Een goede burger wist wat zijn taks was. Drankmisbruik was onwenselijk. En dat is het nog steeds.