Thuisonderwijs afl. 2: Miss Elizabeth Saxton Winter

In het negentiende-eeuwse Europa was thuisonderwijs in koninklijke kringen een vanzelfsprekendheid. Koning-moeder Emma (1858-1934) werd tijdens de opvoeding van haar dochter Wilhelmina (1880-1962), de prinses die de eerste koningin van Nederland zou worden, bijgestaan door gouvernantes, huisonderwijzers en hoogleraren van de universiteiten van Leiden en Utrecht.

De bekendste gouvernante van de prinses was miss Elizabeth Saxton Winter (1857-1936). Deze Engelse gouvernante is door haar boekje Toen onze koningin nog een prinsesje was (1911) een nationale bekendheid geworden. De Duitse koningin-moeder Emma verklaarde jaren later in een openhartig interview met de Nieuwe Rotterdamsche Courant (9 januari 1929) waarom ze in het vroege voorjaar van 1885 een Engelse gouvernante aanstelde:

'Tucht is helaas niet de sterkste Hollandsche eigenschap. Tucht is noodzakelijk. Natuurlijk niet een, door angst ingedreven. Zooals de Duitsche soms. Geen slaafsche tucht. De Engelsche is, meen ik, de mooiste.’

En waarom? In een gewenste Engelse opvoeding, aldus Emma, leert een kind de handen te wassen voor het aan tafel gaan. Het wassen is niet eens de hoofdzaak, maar het gaat om het begrip in het kind: vader en moeder hebben het gezegd en daarom gebeurt het. Juist door de onschuldige dingen in de nog jonge belevingswereld kan een opvoeder een kind gehoorzaamheid leren: ‘In huis en op school. Wie het kind op de juiste manier aanpakt... wint het. [...] Wel vriendelijk zijn, maar vàst. Hoe kan een klas zijn onderwijzer soms mishandelen. Bij een ander zijn ze lammetjes. Persoonlijk talent is alles.’

Freule Henriëtte van de Poll (1853-1946), een van Emma’s hofdames, schreef aan haar moeder over miss Winter: ‘Ik heb haar nog niet gezien. Ze moet eer lelijk dan mooi zijn. Maar wel met een lieve uitdrukking in haar gezicht als ze spreekt en met zachte, bedaarde manieren.’ In de jaren dat Emma’s echtgenoot koning Willem III (1817-1890) ziek was en het gezin niet weg kon van paleis Het Loo, was miss Winter Wilhelmina’s enige gezelschap. In haar memoires Eenzaam maar niet alleen (1959) noteerde ze dat deze gouvernante een ‘opgewekte natuur’ had en dat zij ‘bijzonder aardig en met een onuitputtelijke vindingrijkheid’ met de prinses kon spelen.

Miss Saxton Winters bestseller Toen onze koningin nog een prinsesje was kan getypeerd worden als een boekje met sprookjesverhalen. De lezer krijgt inderdaad geen inzicht in Wilhelmina’s vroege jaren, waarop deze gouvernante haar stempel heeft gedrukt. Desalniettemin geeft Saxton Winter toch aardige en interessante inkijkjes in de opvoeding van de prinses. Uit eerste hand komen we te weten dat koningin-moeder Emma grote waarde hechtte aan de manier van spelen met poppen. Emma was er van overtuigd dat de karaktertrek van ‘beschermende teederheid’ – de hoofdtrek van het karakter van een volwassen vrouw – bij kleine meisjes geleidelijk aan ontwikkeld zou kunnen worden door ze aan te moedigen hun poppen te behandelen alsof het mensen zijn. In een speciaal ingerichte kamer in het paleis kon de prinses deze karaktertrek ontwikkelen.

De eenzaamheid van het prinsesje dat altijd onder de volwassenen was – de titel van Wilhelmina’s memoires verwijst hier naar – wordt gerelativeerd door Saxton Winter. Emma vond het wenselijk dat de prinses al vroeg in het gezelschap van kinderen van haar eigen leeftijd zou verkeren. Wekelijks bezochten kinderen van leden van de hofhouding, de diplomatie en de Nederlandse aristocratie het paleis.

‘Op deze middagen ging het vroolijk toe en waren ongedwongen scherts en lustig gestoei aan de orde van den dag. Er werd geen onderscheid des persoons in acht genomen, en de kleine gasten hadden volle vrijheid om te spelen met ieder stuk speelgoed, waar zij maar zin in hadden. En zoo werden deze middagen tot een uitstekende en volkomen natuurlijke oefenschool, om in de kleine Prinses te ontwikkelen, de neiging om anderen genoegen te doen – een neiging, die Koningin Emma zoo gaarne in haar kind zag.’

Het is opmerkelijk dat Saxton Winter bij het beschrijven van deze speelmiddagen de ‘vele dwaze verhalen door onwetende menschen in omloop gebracht’, ter sprake brengt: ‘alsof Prinses Wilhelmina een eenzame jeugd zou hebben gehad’. In haar memoires schrijft Wilhelmina dat ze het als kind niet prettig vond wanneer andere kinderen in háár speelkamer vertoefden. Ze hield het speelgoed liever voor zichzelf.

Als een psychologe van de koude grond noteerde zij in Eenzaam maar niet alleen (1959) dat het voor haar karaktervorming waarschijnlijk beter was geweest wanneer haar opvoeders haar gecorrigeerd zouden hebben. De vraag blijft in hoeverre prinses Wilhelmina wat dit betreft een ‘bijzonder kind’ was: veel kinderen vinden het immers moeilijk wanneer leeftijdgenootjes aan hún speelgoed komen. Voor de andere kinderen zal het wel vreemd zijn geweest om la petite reine, zoals prinses Wilhelmina in hofkringen bekend stond, met ‘mevrouw’ aan te spreken. En een uitnodiging om aan het hof te komen spelen stond gelijk aan een bevel. Saxton Winter is wat Wilhelmina’s kindertijd betreft wel ontnuchterend. Spelletjes als blindemannetje, verstoppertje en ballen gingen gepaard met de nodige uitroepen van vrolijkheid en plezier; op het paleis gingen kinderen ongedwongen met elkaar om.

Miss Saxton Winter was in Emma’s ogen de ideale gouvernante. Urenlang las zij samen met Wilhelmina kinderboeken. Als gouvernante zal miss Saxton Winter was zij op de hoogte van de ideeën van de pedagoog Friedrich W.A. Fröbel (1782-1852). Deze Duitse opvoedkundige was de wegbereider van wat later de kleuterschool is gaan heten; heden ten dage groep 1 en 2, de plek waar jonge kinderen papier leren vouwen en kennis maken met figuren uit de blokkendoos, zoals de bol, de cilinder en de kubus. Wat dit fröbelen betreft liep zij in de pas met gewone kinderen, die voor hun zesde levensjaar een kleuterschool bezochten, of in Fröbels woorden een Kindergarten – een tuin waar kinderen ongestoord kunnen opgroeien.

Koningin Emma onderwees haar dochter zelf in het schoolvak ‘nuttige en fraaie handwerken’. Wilhelmina schreef hier later over: ‘Spoedig kreeg ik een vast uurtje, waarin zij mij leerde gebruik te maken van naald en draad, met andere woorden een handwerkles.’ Wilhelmina bewaarde mooie herinneringen aan deze handwerklessen: moeder Emma zat ‘in een gezellige handstoel aan het raam met mij vlak naast haar en vertelde een mooi verhaal, terwijl mijn vingers zich oefenden op het stramien’.

Tijdens haar peuter- en kleutertijd werd prinses Wilhelmina omringd door mensen die haar spelenderwijs Frans en Engels leerden, voorlazen en met wie ze nuttige fröbelspelletjes deed. Toen ze de lagere schoolleeftijd bereikte, werd naast Saxton Winter ook de hulp ingeroepen van pedagogen. Koningin Emma ontbood bijvoorbeeld de landelijk bekende pedagoog Jan Geluk (1835-1919) aan het hof. Deze schoolmeester, werkzaam in de Westbrabantse gemeente Dinteloord, publiceerde in 1882 zijn Woordenboek voor opvoeding en onderwijs, decennialang een leidraad voor Nederlandse onderwijzers. Geluk heeft nooit aan het hof gewerkt, maar het feit dat hij daar bekend was, geeft aan dat koningin-moeder Emma op de hoogte was van de nieuwe ontwikkelingen in de Nederlandse pedagogiek.

Na verloop van tijd verliet gouvernante Elizabeth miss Saxton Winter het koninklijk hof. Haar taak zat er op. In haar memoires blikt prinses Wilhelmina terug op haar tijd met ‘miss Winter’. Op een bepaald moment werd de prinses zich bewust van haar ‘eigen persoonlijkheid, schrijft ze, en dit veroorzaakte wel eens meningsverschillen tussen de gouvernante en haar koninklijke leerling:

‘Het morele gezag van mijn gouvernante over mij had afgedaan. Met nadruk zeg ik hier gouvernante, want ik bleef van miss Winter houden en later, toen er geen strubbelingen meer konden zijn, omdat zij mijn gouvernante niet meer was, ontstond er een hechte vriendschap.’

-------------

Bij de door het Nationaal Onderwijsmuseum georganiseerde tentoonstelling 'Ook prinsesjes gaan naar school' (22 augustus 2008 – 4 januari 2009) verscheen een gelijknamig boek. Bovenstaande tekst is een lichte bewerking en aanvulling van het hoofdstuk ‘Prinses Wilhelmina – het eenzame schoolkind’ (blz. 20-33). De afbeeldingen zijn afkomstig uit genoemd boek.

Ook prinsesjes gaan naar school (2008) verscheen bij Uitgeverij Omniboek, Kampen.

© Nationaal Onderwijsmuseum & Uitgeverij Omniboek [antiquarisch verkrijgbaar]