Nazipropaganda voor de jeugd, 1933 - 1945

Nazipropaganda voor de jeugd: geen onschuldige plaatjes

Door: Historicus Jacques Dane, hoofd Collectie en Onderzoek van het Nationaal Onderwijsmuseum.

Tijdens mijn eerste ontmoeting met Gerard Groeneveld, de grootste bruikleengever voor de nieuwe tentoonstelling ‘Nazipropaganda voor de jeugd, 1933-1945’, zag ik een deel van zijn indrukwekkende verzameling Fibeln (Duitse schoolboekjes voor aanvankelijk leesonderwijs), abc-boekjes en prentenboeken uit de periode. Ik werd verrast door de veelkleurigheid van de afbeeldingen in dit werk en de soms verbluffende tekenstijl. Illustratoren in dienst van het nationaalsocialisme verstonden hun vak: op het eerste gezicht maakten ze mooie, aansprekende tekeningen voor kinderen.

Reformpedagogiek zonder plek voor het individu

De valse, verderfelijke nazipedagogiek had kennelijk leentjebuur gespeeld bij de reformpedagogiek, bedacht ik me. De reformpedagogiek, een rond 1900 opgekomen Europese vernieuwingsbeweging, was ‘kindgericht’ en legde in haar opvoedingssysteem de nadruk op kunstzinnige vorming. Het idee dat kinderen opgroeien tot ‘betere mensen’ wanneer opvoeders ze in aanraking zouden brengen met artistiek hoogstaande en vooral kindvriendelijke illustraties, was deels door de nazi’s overgenomen. Het reformpedagogische idee van ‘individuele ontplooiing’ kreeg géén plaats in de nazipedagogiek: kinderen werden beschouwd als eigendom van de nazistaat en dienden opgevoed te worden tot kanonnenvlees, tot moordenaars.

Lessen en waarschuwingen uit de geschiedenis

Tijdens de werkzaamheden voor de tentoonstelling las ik het indrukwekkende pamflet ‘Over Tirannie – Twintig lessen uit de twintigste eeuw’ (2017) van historicus en holocaustdeskundige Timothy Snyder. Zijn boek begint met de opmerking: “De geschiedenis herhaalt zich niet, maar bevat wel lessen.” Even verderop schrijft hij: “Geschiedenis kan geruststellen en zij kan waarschuwen.” De tentoonstelling over nazipropaganda in ons museum zie ik als een les en als een waarschuwing. Ze laat ons zien hoe met behulp van ogenschijnlijk onschuldige beelden kinderen verleid werden onderdeel te worden van een weerzinwekkende ideologie die verantwoordelijk was voor de dood van tientallen miljoenen mensen.

Vrijheid, gerechtigheid en waarheid staan onder druk

Een belangrijke les die Snyder mij heeft geleerd, is dat we weliswaar de geschiedenis bestuderen om de diepe oorzaken van tirannie te kunnen begrijpen, maar dat we ons níet moeten inbeelden dat we beter of wijzer zijn dan de Europeanen die vóór de Tweede Wereldoorlog ‘de democratie zagen bezwijken’ onder het fascisme. ‘Vrijheid’, ‘gerechtigheid’ en ‘waarheid’, de belangrijkste humanistische grondslagen, staan altijd onder druk, lopen altijd gevaar. Ook in de eenentwintigste eeuw.

Onschuldige kinderen bewust gemanipuleerd

De beelden die in de tentoonstelling ‘Nazipropaganda voor de jeugd, 1933-1945’ te zien zijn, waren bestemd voor onschuldige Duitse kinderen. Het resultaat was een staatsjeugd die geen ‘vrijheid’, ‘gerechtigheid’ en ‘waarheid’ kende, omdat deze humanistische drieslag geen onderdeel uitmaakte van de nazipedagogiek. Onschuldig ogende beelden en een eendimensionale opvoeding waarin zelfstandig leren denken niet gestimuleerd wordt, maar juist afgeleerd vormden het begin van een samenleving waarin vriendelijkheid, tolerantie en menslievendheid plaats maken voor onverdraagzaamheid, vijandschap en ontmenselijking.

De tentoonstelling ’Nazipropaganda voor de jeugd, 1933-1945’ is van 10 juli 2020 t/m 9 mei 2021 te zien in het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht.