Zwemmen op het droge

Het idee dat de gezondheid van het lichaam die van de geest bevordert, is al terug te vinden in de Oudheid. De Grieken waren al geobsedeerd door sport. Het woord gymnastiek komt dan ook uit het Grieks en betekent ‘naakt oefenen’ – al oefenen we tegenwoordig niet meer naakt.

In Nederland ontstond pas aan het eind van de 18e eeuw enige belangstelling voor het gymnastiek- of bewegingsonderwijs. Behalve een bijdrage aan de gezondheid, werd dit vak lange tijd ook gezien als een vormingsvak. Men was van mening dat lichamelijke opvoeding bijdroeg aan het ontwikkelen en bevorderen van karakter. Hierbij doelde men op belangrijke persoonlijke eigenschappen als daadkracht, moed, besluitvaardigheid en wilskracht.

In de collectie van het Nationaal Onderwijsmuseum bevinden zich interessante gymnastiektoestellen. Een hiervan verdient het om uitgelicht te worden: het droogzwemapparaat. Schoolzwemmen is een onderwerp dat in veel gemeenteraden in heden (en verleden) discussies losmaakt(e): Is het de taak van de school of de ouders? En vooral: wie betaalt het schoolzwemmen? Droogzwemmen met dergelijke apparaten was een goedkope oplossing, die op het schoolplein en in het gymnastieklokaal geoefend kon worden. Veel Nederlandse schoolkinderen kregen in vooroorlogs Nederland met droogzwemmen de beginselen van het zwemmen aangeleerd. Voorstanders van schoolzwemmen in een zwembad wezen er regelmatig op dat droogzwemmen vaak niet het gewenste effect had: écht zwemmen leer je immers in een zwembad.